Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Summary
;; 22 Years Later Het is 22 jaar geleden sinds Harry, Ron en Hermelien op Zweinstein hebben gezeten. De rust is wedergekeerd in de Toverwereld, Zweinstein heeft een nieuw Schoolhoofd, op het Ministerie is een nieuwe Minister van Toverkunst aangesteld en alles gaat van zijn leien dakje.
De kinderen van de oude-leerlingen van Zweinstein gaan nu naar de Magische school toe. Zoals gewoonlijk is er rivaliteit tussen Griffoendor en Zwadderich, zal er weer genoeg Zwerkbal gespeeld worden en zullen weer nieuwe geheimen van het kasteel worden ontdekt.
Het Seizoen
We mogen met trots meedelen dat de eerste sneeuw gevallen is! Ook de koude heeft toegeslagen.
De directie wenst u nog een prettige dag verder.
Wizard ID Leeftijd: 16 years Partner: Oh please! Bekwaamheid: Gedaanteverwisseling, bezweringen
Onderwerp: Be quiet! zo maa 18, 2012 2:30 am
Stilte. Stilte in dit enorme bos. Dat was het eerste wat haar overkwam. Normaal waren bossen niet zo stil. Normaal klonken er allerlei geluiden in het bos, geluiden die een indringer beschermden. Maar dit keer was dat niet zo. Het was stil, ijzig stil, zo stil dat ze bang werd. Ze liet het echter niet merken. Liet je zien dat je bang was, was je verkocht. Dat was een algemeen bekend feit, je hoefde niet slim te zijn om dat te weten. Haar voetstappen maakten geluid, maar dat maakte ze weer goed door voorzichtiger te lopen. Je mocht wel goed opletten, maar het was ook zaak dat niemand je hoorde. Anders had je niks aan dat opletten. Waarom was ze hier? Ze was hier niet zonder reden. Een of ander wezen, waarvan ze wist dat hij in het Verboden Bos woonde, had haar ketting gestolen. Een spreuk als Accio werkte niet, daar was het wezen te snel voor geweest. Het was helemaal niks voor Cassia om in het Verboden Bos te komen. Ook al was ze een Zwadderaar, ze hield zich nog wel aan de regels die de leraren enzovoort aan haar oplegden. Ze voelde zich natuurlijk vreselijk, nu ze een regel verbrak. Maar het was niet anders. Ze moest die ketting terughebben.
Het was vreselijk donker hier. Ze durfde echter geen Lumos te gebruiken. Misschien zag iemand haar wel! Voorzichtig sloop ze verder, haar ogen op ieder struikje gericht. Want misschien, heel misschien, lag daar haar ketting! Een glinstering, veroorzaakt door het heldere maanlicht, bereikte haar ogen. Blijdschap overspoelde haar. Ze wilde haar ketting pakken, maar een wezentje – waarvan ze nu wist dat het een fee was – vloog snel weg. Nee, zo snel kwam ze niet van haar af! “Engorgio,” fluisterde ze, aangezien het knap lastig zou worden om hier Accio te gebruiken. De fee had immers ook vleugels en ze durfde de kleine fee niet te onderschatten. De ketting werd groter, veel groter. Gelukkig de fee niet. Al snel werd de ketting te zwaar voor haar. Vlug rende Cassia naar de ketting toe, de fee probeerde de ketting tevergeefs op te tillen. Ze richtte haar toverstok op de fee. “En nu wegwezen,” fluisterde ze, met haar hand op haar nu enorme ketting. De fee gehoorzaamde. “Reducio,” fluisterde een opgeluchte Cassia, haar toverstok nu op haar ketting gericht. Al snel was de ketting weer geschikt om om haar nek te doen.
Maar wat nu? Waar moest ze nu heen? Een windroosbezwering zou niet lukken, hoe moest ze weten waar het noorden was? Als het goed was, moest ze nu haar voetstappen volgen. Ze stond op het punt Lumos te zeggen toen ze zich wat besefte. Als ze een lichtje liet branden, zou ze sneller opgemerkt worden. Maar dat was nog altijd beter dan voor altijd in dit bos moeten zitten. “Lumos,” fluisterde ze met tegenzin, waarna een zacht lichtje ging branden op het puntje van haar toverstok. Ze bracht de stok naar de grond, en begon haar voetstappen te volgen. Een geluid zorgde ervoor dat ze rechtop ging staan en de toverstok recht naar voren stak, in de richting van de persoon voor haar. Dit was geen leraar of een afdelingshoofd. Dit was een leerling. Het lichtje brandde nog steeds, het was echter niet fel. Haar ogen glinsterden door het lichtje. Met een zelfverzekerde houding, nu ze wist dat het een leerling was dat tegenover haar stond, begon ze te spreken. “Wees stil als je hier weg wilt komen,” waarschuwde ze. Ze kon het teken van de ander niet zien, dus wist ze niet welke afdeling tegenover haar stond. Dat maakte sowieso niet uit. Ze kon het niet over haar geweten verkrijgen om iemand in het Verboden Bos achter te laten, terwijl ze zelf had kunnen helpen.
(Zop. Inspiratieloosheid T_T)
Aswin Wright Klassenoudste
Posts : 62
Wizard ID Leeftijd: 15 Partner: Love is like heaven Bekwaamheid: Bezweringen~Astronomie
Onderwerp: Re: Be quiet! wo maa 21, 2012 12:08 am
Behendig sloop de jongen voorbij het huis van Hagrid richting het verboden bos. Hij was redelijk kalm, had dit nog al een paar keer gedaan. Een paar vierdeklassers hadden met hem gewed, dachten dat hij zeker niet het verboden bos indurfde. Aswin was misschien een ravenklauw, maar dat wilde niet zeggen dat hij niet van weddenschappen hield. Hij was perfectionnistisch, ja, maar dat wilde toch niet zeggen dat hij de regels niet durfde te breken. Regels waren er om verbroken te worden en daar was hij voor. De meeste mensen dachten dat perfectionnisten zo van die grote nerds waren en niets anders deden dan boven hun boeken hangen. Dat hadden ze dus goed mis en daar was hij het levende bewijs van. De jongen liep nu al vijf jaar lang op zweinstein rond en dan zou je toch denken dat ze ondertussen al wel weten dat hij geen doorsnee Ravenklauwer was, niet dus. Iedreen onderschatte hem, zowel op het gebied van weddenschappen als op het gebied van duelleren. Hij kon makkelijk winnen als hij wilde, maar dan moest er ook tijd voor zijn. Zo had hij met een paar leerlingen de vloer geveegd, meestal waren het mensen van zijn eigen afdeling die hun geluk wilden beproeven, maar uitdagingen van andere afdelingen sloeg hij ook niet af. Soms verliesde hij en daar kon hij niet echt tegen, maar dat probeerde hij zo min mogelijk te laten zien.
Een glimlach verscheen om Aswins lippen toen hij de rand van het verboden bos bereikte zonder betrapt te worden. Dat was al een goed begin. Langzaam schoof hij de kap van zijn mantel van zijn hoofd en zijn blauwe ogen waren gefixeerd op de donkere bomen voor hem. Men zei dat er zich veel wezens in het bos verscholen zaten, van centauren tot feeën. Hopelijk kwam hij nu niet zo'n wezen tegen, want dan had hij de weddenschap waarschijnlijk verloren en kon hij twee galjoenen gaan afgeven. De knokels van de hand die zijn toverstok omklemde waren wit en even slikte hij. Komaan, je bent hier nog al geweest, alleen nog nooit zo ver als dat je nu moet gaan. Aswin nam een diepe teug adem en zette de eerste stappen vooruit. Meteen werd hij opgeslokt door .de duisternis en de stilte van het bos. Een rilling liep over zijn rug, maar toch bleef hij stug doorlopen. Na een tijdje had hij al een hele weg afgelegd en hij bevond zich toch al bijna in het midden van het bos. Een lichtje trok zijn aandacht en met een opgetrokken wenkbrauw liep hij ernaartoe. Toen er ineens een gedaante voor hem opdoemde, hapte hij geschrokken naar adem en liet zijn toverstok bijna vallen. "Slim om me eerst te laten schrikken en dan te zeggen dat ik stil moet zijn." Klonk het sarcastisch van zijn kant. "Lumos." Een klein lichtje verscheen op de punt van zijn toverstok en zijn blauwe ogen gleden over het meisje heen. In het licht van twee toverstokken kon je veel meer zien dan in het licht van een. Op dit moment moesten ze geen schrik hebben dat iemand hen zou betrappen, want daarvoor waren ze veel te diep in het bos.
Kon het niet laten xD
Cassia Cruz Dreuzel
Posts : 34
Wizard ID Leeftijd: 16 years Partner: Oh please! Bekwaamheid: Gedaanteverwisseling, bezweringen
Onderwerp: Re: Be quiet! wo maa 21, 2012 7:00 am
Blauw en brons. Deze kleuren stonden voor de afdeling Ravenklauw. Daar had ze minder moeite mee dan met Griffoendor, aangezien ze, als ze niet in Zwadderich was gekomen, zeker in Ravenklauw was beland. Wat deed deze Ravenklauw in het bos in het holst van de nacht? Moest hij niet in saaie boeken kijken ofzo? De jongen was geschrokken, of bang, dat kon Cassia aan zijn gezichtsuitdrukking zien. "Slim om me eerst te laten schrikken en dan te zeggen dat ik stil moet zijn." Ze glimlachte even, iets wat ze al een tijdje niet meer gedaan had. Tja. “Maar het is nog altijd beter dan niks zeggen en de ander laten schreeuwen,” fluisterde ze zo zacht mogelijk, terwijl ze toch nog verstaanbaar probeerde te blijven. Ook al waren ze ver in het bos, ze moesten wel stil zijn. Dit plekje was berucht om zijn gevaarlijke nachtdieren. Veel van hen waren zo gevaarlijk, dat ze geclassificeerd stonden als XXXXX. Maar goed dat ze niet eentje waren tegengekomen. Anders waren ze in grote problemen gekomen. Een fee was nog niet zo erg, maar er waren zat wezens die zeer gevaarlijk waren. Zo gevaarlijk, dat ze dodelijk waren.
De jongen gebruikte ook Lumos om een lichtje te creëren. Samen maakten ze een fel licht waarin ze elkaar goed kunnen zien. Nu kon hij ook zien bij welke afdeling ze hoorde. Veel maakte dat ook niet uit. Zij kon hem immers ook goed bekijken. Het was een jongen, ongeveer zo oud als haar, misschien net wat jonger. Hij had donker haar en blauwe ogen. Die blauwe kleur hoorde inderdaad bij Ravenklauw. Ze keek om zich heen. Het Verboden Bos. Dit was het dus. Ze had liever nooit geweten hoe het eruit zag, eerlijk gezegd, want ze hield niet echt van regels verbreken. En een Zwadderaar zijnde was dat uniek. Maar soms moest het wel. Ze keek de jongen voor haar aan, opende haar mond om wat te kunnen zeggen, maar voordat er ook maar een geluid uit kon komen verstoorde een brul haar stem. Ze schrok zelf van de onverwachte brul, daarom bewoog ze haar toverstok, het lichtje scheen recht in de ogen van een Hippogrief. Deze was echter niet blij. De Hippogrief was duidelijk in een rothumeur, hij had zijn snavel wijd opengesperd, klaar om aan te vallen. Hij was ook wild, zag ze, anders was hij wel liefjes bij haar komen staan, net als een hond.
Nee, hij was boos en sprong bovenop haar. Met zijn snavel probeerde hij haar aan te vallen. “Ventus!” klonk haar stem gehaast. Uit haar toverstok verscheen een windvlaag die de Hippogrief enigszins achteruit duwde. Ze kroop onder het beest vandaan. Ze kon op het moment geen goede spreuken verzinnen om de Hippogrief aan te kunnen vallen. “Aguamenti,” klonk haar stem, gehaast zoals eerder. Een waterstraal was misschien niet zo effectief, maar het zorgde ervoor dat het beest niet meer kon vliegen. Verblind door woede viel het beest niet haar, maar de jongen aan! Ze vloekte in zichzelf. Ze gebruikte het liefste een van de Onvergeeflijke Vloeken, maar dat mocht natuurlijk niet. Ze wilde daarom Paralitis gebruiken, maar het mislukte. “Diminuendo,” sprak ze vluchtig maar correct de spreuk uit. Al snel werd de Hippogrief kleiner, zo klein dat zijn beten niet zo ernstig waren als voorheen. Ze zuchtte opgelucht, ze had immers een Hippogrief verslagen. Nou, niet verslagen, maar verzwakt.
Maar ze had te vroeg gejuicht. Een schelle krijs achter haar deed haar lichaam rillen. Nee, dat kon toch niet? Ze keek om, recht in de ogen van een andere en grotere Hippogrief. Dit was een vrouwtje en ze was daarbij heel kwaad. Was dit dan de moeder? Het kon niet anders. Ze stapte achteruit, stak haar toverstok naar voren. Ze wilde niet vluchten, dat konden ze ook niet. De Hippogrief was veel sneller, ook met de vleugels waarmee ze kon vliegen. Cassia slikte. De Hippogrief sprong op haar af en dwong haar op de grond. Met Ventus kreeg ze de Hippogrief niet van haar af. Van schrik kon ze niet helder nadenken. Toch probeerde ze dit te doen, helder nadenken. Als ze een spreuk als Engorgio gebruikte, zou zowel de Hippogrief als zij aangetast worden door de spreuk. Ze had geen zin in een reuzenhippogrief en zelf wilde ze niet kleiner worden, indien ze Diminuendo zou gebruiken. Paralitis kon haar ook aantasten. Ze ademde diep in en hield haar toverstok stevig vast. “Ventus!” riep ze uit volle borst, wat voor een enorme windvlaag zorgde, maar die de Hippogrief niet echt wegblies. Waarom lukte het dit keer niet?
(Inspiratie )
Aswin Wright Klassenoudste
Posts : 62
Wizard ID Leeftijd: 15 Partner: Love is like heaven Bekwaamheid: Bezweringen~Astronomie
Onderwerp: Re: Be quiet! do maa 22, 2012 8:57 am
Het klopte wel wat ze zei, dat ze beter iets gezegd had. Maar hij was zelf wel zo slim om te bedenken dat hij zeker niet moest schreeuwen, anders zouden ze zeker een paar dieren naar hen toe lokken. Aswin was een Ravenlauw die dit al veel gedaan had, wist zelf dus ook wel heel goed wanneer je moest roepen en wanneer niet. Een blond meisje met het teken van Zwadderich op haar gewaad gespeld. Zwadderich, natuurlijk, wat had je anders verwacht? Zo'n veel te vrolijke huffelpuffer die niet eens het lef had om een regel te overtreden of iemand van zijn eigen afdeling die waarschijnlijk veel te druk waren met leren? Van een Griffoendor had hij het ook wel verwacht, die lapten de regels ook nog wel eens aan hun laars als het hun uitkwam. Wat schichtig keek hij om zich heen om te zien dat er geen wezens in de buurt waren. Liefst geen dodelijke dieren, maar ook geen wezens die hen konden gaan verklikken. Een keer was dat eens gebeurd, dat een nimf hem was gaan verklikken bij een leraar. Door zijn hersenen te gebruiken was hij op het nippertje aan een straf ontsnapt en sinds toen was hij veel voorzichtiger.
Aswins ogen verwijdde zich toen een hippogrief achter het meisje opdook en hij wilde net iets zeggen toen het beest brulde. Daardoor was het meisje waarschijnlijk zelf al tot de conclusie gekomen dat er iets gevaarlijk achter haar stond. De jongen hief zijn toverstok en had een spreuk op het puntje van zijn tong liggen, maar de Zwadderaar was hem voor. Ventus was een goede spreuk om iets op een afstand te houden, maar waren Hippogrieven normaal niet groter? Na een tijdje had ze al met de hippogrief afgerekend en snel nam hij het kleine beestje vast. Aswin vormde een kooitje met zijn vingers zodat het diertje niet zou kunnen ontsnappen en zijn moeder zou gaan kunnen roepen. Hij wilde net naar het meisje toegaan om haar te bedanken toen een luchtverplaatsing hem deed verstijven. O nee, dit gebeurde echt niet. Zijn lippen kwamen een stukje van elkaar af, maar hij haalde het niet in zijn hoofd om beginnen te schreeuwen. Ook dit beest storte zich volledig op het meisje en leek hem niet op te merken. Deze keer werkte de spreuk Ventus niet, maar dat was ook niet moeilijk met zo'n groot beest.
Nadat ze nog een paar spreuken had afgevuurd, vond hij het welletjes geweest. "Hé!" De hippogrief draaide haar massieve kop zijn kant op en hij begon bijna te hyperventileren. Voor een paar seconden sloot hij zijn ogen om rustig te worden en hief zijn hand op zodat het dier haar kleintje kon zien. "Ga van haar af." Aswin wist niet zeker of het dier hem verstaan had, maar veel maakte dat niet uit want ze ging van het meisje af. Dreigend kwam het fabeldier zijn kant uit en hield haar kop schuin. Hij klemde zijn staf steviger vast en richtte hem op het beest. "Confundo." Een waanzichtsspreuk, misschien net echt heel effectief, maar dan konden ze tenminste al weg proberen te komen. Snel liet hij de kleine hippogrief lopen en liep op het meisje af om haar overeind te trekken.Nog voor een laatste keer keek hij achterom en trok het meisje met lichte dwang mee, iets dieper het bos in. Ze konden niet naar de rand gaan, want de hippogrief versperde heel de weg. "Mijn naam is Aswin trouwens, als je het wilde weten." na een tijdje stopte hij met lopen en steunde met zijn handen op zijn knieën om op adem te komen. Nu moesten ze hier nog weg proberen te raken.
Cassia Cruz Dreuzel
Posts : 34
Wizard ID Leeftijd: 16 years Partner: Oh please! Bekwaamheid: Gedaanteverwisseling, bezweringen
Onderwerp: Re: Be quiet! vr maa 23, 2012 4:47 am
De hippogrief stond met haar voorpoten op haar buik en pikte met haar snavel om zo de buik te kunnen doorboren. Ze snapte niet waarom het beest nou háár moest hebben: ze was inderdaad geplaatst in de afdeling waar alle slechteriken vandaan kwamen, maar de jongen had de gekrompen hippogrief in zijn handen. Was het dan niet logisch dat de moeder hem pakte in plaats van haar? Ach, hippogrievenlogica snapte ze niet, het boeide haar ook niet. Het waren rare beesten, een mengsel tussen paard en vogel. Zij was allang blij dat ze een mens was. Ze werd wakker geschud door een last die van haar buik af ging. Wacht eens even.. Liet hij haar nou gaan? Verbaasd bleef ze liggen, leunend op haar onderarmen. Dit was echter een beetje pijnlijk, omdat op deze onderarmen schaafwonden zaten. Hier kwam geen bloed uit, gelukkig, maar wel vocht. Ze wist hoe dat kwam, ze wist welke laag van de huid dan beschadigd was. Maar ze dacht er niet aan.
De hippogrief besloot zich op de jongen te richten. Ze liep dreigend op hem af, maar haar kop stond schuin, alsof ze iets niet begreep. Er viel ook niet veel te begrijpen. Haar zoon had hen aangevallen, deze hadden zij weer aangevallen, en nu viel de moeder weer aan. Dat viel best te begrijpen. “Confundo!” Weer werd ze uit gedachtenland gehaald. De moeder werd verward door deze verwarringspreuk. Cassia ging zitten. Haar blik stond op de kleine hippogrief gevestigd. Nee, het was zielig om hem zo te laten. Ze zuchtte en maakte hem weer groter, totdat hij zijn originele hoogte had bereikt. Hierna deed ze de verwarringspreuk ook op hem. De jongen liep op haar af en hielp haar met opstaan. Ze nam de hulp aan. “Bedankt,” prevelde ze zachtjes, niet omdat ze zich schaamde, maar om niet nog meer dieren te lokken. De jongen trok haar mee, verder het bos in. Wacht, vérder het bos in? Ze had haar spoor van voetstappen al gevonden! Argh, verdorie, moesten ze weer wat anders bedenken.
"Mijn naam is Aswin trouwens, als je het wilde weten." Cassia maakte zich voorzichtig uit zijn greep los en liep op dezelfde tempo naast hem. Aswin dus. Het was geen naam wat ze vaak tegenkwam. Ze keek naar de Ravenklauw, maar tegelijkertijd keek ze ook rond om te kijken of er niemand anders hier was. “Mijn naam is Cassia,” zei ze enkel. Ze hoefde geen verklaring te geven waarom ze het zei, dat kon hij zelf wel uitvogelen. Het was gewoon netjes om zelf ook je naam te vermelden als een ander dat zei. Na een tijdje stonden ze in het midden van het bos. De jongen leek moe, hij moest op adem komen. Zij eerlijk gezegd ook, maar zij ging tegen een boom aan staan. Ze liet haar vingers over een van de schaafwonden glijden. Bah. Daarom hield ze niet van vechten. Ze hield er wel van om spreuken uit te spreken, maar ze hield er niet van om ze echt in een gevecht te gebruiken, omdat ze zeker weten schaafwonden of nog erger zou krijgen. Er bestond een spreuk die dergelijke wonden kon genezen, maar dat wilde ze niet. Het was onnodig nu, ze kon het later ook doen.
Cassia keek vervolgens om zich heen. Duisternis was hier sterker aanwezig dan eerst. Ze waren nu dieper in het bos. Donkerder dan hier kon haast niet. Ze haalde haar toverstok tevoorschijn. “Lumos,” fluisterde ze. Een lichtje begon te branden op haar toverstok, deze was immers uitgegaan toen ze allerlei spreuken uitvoerde. Nu was alles beter te zien. De bomen zelf leken zwart. Cassia vroeg zich af of hier ooit licht kwam. Ze keek Aswin aan. “Weet je zeker dat hier niemand is?” vroeg ze. Maar net toen ze haar zin had afgemaakt, hoorde ze bladeren kraken. Ze vloekte in zichzelf. Dit was geen hippogrief, dat wist ze zeker. Het klonk niet als een vierpoter. Het klonk meer als een mensachtige. “Nox.” Het lichtje doofde, ze kroop achter een boom. Als ze stil bleven, hoefde er geen drama te gebeuren. Dan zou die persoon vanzelf weggaan. Even bekroop haar de vraag wie dat nou was. Maar ze besloot stil te zijn. Ze keek Aswin met een wees-stil-of-er-gebeurt-wat-blik aan - blijkbaar was ze haar gebruikelijke valsheid niet vergeten - maar hij zou het door de overheersende duisternis vast niet hebben gezien. Ze begon zachtjes te ademen. Heel zachtjes, want misschien had die persoon goede oren en kon hij zelfs het zachtste briesje horen, laat staan de ademhaling van de mens.