Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Summary
;; 22 Years Later Het is 22 jaar geleden sinds Harry, Ron en Hermelien op Zweinstein hebben gezeten. De rust is wedergekeerd in de Toverwereld, Zweinstein heeft een nieuw Schoolhoofd, op het Ministerie is een nieuwe Minister van Toverkunst aangesteld en alles gaat van zijn leien dakje.
De kinderen van de oude-leerlingen van Zweinstein gaan nu naar de Magische school toe. Zoals gewoonlijk is er rivaliteit tussen Griffoendor en Zwadderich, zal er weer genoeg Zwerkbal gespeeld worden en zullen weer nieuwe geheimen van het kasteel worden ontdekt.
Het Seizoen
We mogen met trots meedelen dat de eerste sneeuw gevallen is! Ook de koude heeft toegeslagen.
De directie wenst u nog een prettige dag verder.
Wizard ID Leeftijd: 16 Partner: Right, it seems that sometimes, love is just around the corner. Bekwaamheid: Transfiguratie
Onderwerp: Nadien's verhalentopic zo jul 15, 2012 10:50 pm
Heey allemaal, gisteren ben ik weer door wat oude documenten gaan snuffelen en ik vond een verhaal van een tijdje geleden die ik stiekem nog best leuk vond, dus ik heb besloten daarmee verder te gaan. Daarnaast ben ik begonnen aan een nieuw verhaal, ik vond het idee leuk, maar ik weet nog niet zeker of het leuk genoeg is, dus ik was benieuwd naar jullie reacties! C:
SUCCESFULLY DELETED:
Blz. 1
Spoiler:
Ik voelde mijn oogleden op elkaar geklemd, maar ik zag beelden voorbij schieten, in een flits. Een schreeuw, figuren verdwenen in een gat, een deuropening. “Atkins, Wordcount!” Was het laatste dat ik hoorde, toen vervaagde alles. ___________________________________________________________
Ik begon weer te voelen. Kou. Mijn huid tintelde, ik voelde mezelf rillen, frisse lucht drong mijn neus binnen, ik hoorde alleen stilte. Toen ik mijn ogen opende, werd ik meteen duizelig, de omgeving was te groot om in een keer op mijn netvlies te verschijnen. Langzaam werd het beeld scherper, ik zag naaldbomen, onder de sneeuw, mijn benen, in een oude spijkerbroek, de neuzen van mijn schoenen die omhoog staken. Ik lag in de sneeuw. Mijn benen trok ik op, ik maakte mezelf klein, schudde met mijn hoofd, spetters natte sneeuw vlogen alle kanten op. Ik keek nog beter om me heen, een gigantisch bos, achter me was een scherpe rots. Nog even en ik zou doodvriezen, het gevoel trok opnieuw weg uit mijn armen, benen, ik werd licht in mijn hoofd. Opeens, een harde knal. Het leek een kanonschot. Mijn hoofd voelde leeg, alsof er geen hersens in zaten. Door de ontzettende hoofdpijn kon ik niet goed nadenken. Ik bleef alleen maar aan de ontzettende kou denken. Nog een knal, nog een, nog een, en toen het geluid van een motor en banden die in de sneeuw knetterden. “Daar is ie! We hebben ‘m, we hebben ‘m!” Ik had het gevoel dat ik weg moest wezen, moest opstaan en naar de andere kant van de wereld moest rennen. Maar ik bleef zitten, er verscheen een landrover, een hoofd stak uit het raam en keek me recht aan. En opnieuw, voor de zoveelste keer, zakte ik weg.
“Hij word wakker. Dan, ben je oké?” Dat laatste was naar mij gericht. Anders dan de vorige keer, voelde ik me goed. Ik had geen last meer van steken in mijn hoofd, mijn zicht was gelijk duidelijk. Er lag een laken over me heen, mijn hoofd rustte op een zacht kussen, witte muren, een vloerbedekking, een meisje, of vrouw, staarde naar me, ze keek bezorgd. Achter haar stond een man, hij was lang en droeg een overhemd en had zich vanochtend niet geschoren. Het meisje had prachtige donkerbruine krullen, een donker gezicht, terwijl ik naar haar keek voelde ik me raar. Er draaide iets in mijn hoofd. “Alsjeblieft, zeg iets, ik weet dat je me kunt horen,” smeekte ze. Ik opende mijn mond, mijn tong en lippen waren droog. “Wat…” was alles wat ik kon uitbrengen. Het meisje keek even achterom, naar de man, keek me daarna weer aan met haar bruine ogen. Ze pakte mijn hand, haar handen voelden warm aan, een tinteling ging door me heen, maar nog steeds, dat vreemde gevoel, alsof ik hier niet thuishoorde. “Hij weet niet waar hij is,” zei ze pijnzend. “Zou hij echt zijn geheugen verloren zijn?” Ze kneep mijn vingers samen. Geheugen veloren? Dat verklaarde een boel. Dat verklaarde waarom ik geen idee had wie ik was, wat ik deed, waar ik was, wat ik had gedaan, wat ik zou gaan doen. Alsof ik net was geboren, nog aan m’n leven moest beginnen. Alsof ik geen verleden had. Dit was heel erg vreemd. “Dan- je weet dat je Dan heet, toch?” Haar stem echode in mijn hoofd. Ze praatte tegen me alsof ik een kleuter was. “Nu wel,” antwoordde ik verward, mijn stem klonk krakend, kreunend. Ik trok mijn vingers uit haar handpalm weg en ging rechtop zitten,
Blz 2
Spoiler:
strekte mijn ruggengraat. Dan, als in Den. Dennenboom. “Weet- weet je nog wie ik ben?” Vroeg het meisje toen, met een trillende stem. Ze keek alsof ze op het punt stond gekwetst te worden. Ik bekeek haar nog eens goed, maar ik voelde niets, er kwam niets naar boven, ik kende haar gewoon niet. Maar blijkbaar waren we een stel geweest. Het was heel erg raar. Ik voelde me gedwongen om van haar te houden, terwijl ik geen idee had wie ze was. Ik kon me niet herinneren hoe het was om liefde te voelen, en daarom wist ik niet of ik dat nu ook voelde. Maar ik voelde me niet vertrouwd bij haar. Misschien was dat gevoel gewoon bedrog. Of was dit allemaal een droom? Ik wou dat het een droom was. Als ik dan wakker werd, wist ik weer gewoon wie ik was. Wat mijn plek was in deze wereld. “Ik ben Lizzie,” sprak ze na mijn zwijgen, plotseling klonk er een soort van woede in haar stem. Als een vrouw die kwaad was op haar man omdat hij hun trouwdag was vergeten. De naam spookte door mijn hoofd, plotseling schoten er weer beelden door mijn netvlies die daar niet thuishoorden. _________________________________________
‘Lizzie, be my Valentine.’ De krullerige woorden waren zorgvuldig op papier gezet. Ik klapte de kaart dicht en staarde naar het hart op de voorkant. Wat een cliché… Maar ik wist dat zij het leuk zou vinden. Daarom deed ik het. ________________________________________
“Dan!” Lizzie schudde me door elkaar. “Wat is er? Zag je iets?” Haar gezicht was nu wel heel erg dichtbij, iets te dichtbij. “Niets, niets bijzonders.” Had ik haar een Valentijnskaart gestuurd? En hoe kwam die herinnering opeens terug? Verward staarde ik voor me uit, Lizzie zakte terug in haar stoel. De man die achter haar stond was weg. Ik kneep mijn ogen samen. “Wie is die man?” Vroeg ik snel. Ik moest alles in me opnemen, anders werd het een chaos. Lizzie keek achterom en merkte blijkbaar ook nu pas dat hij weg was, haar mond vormde een ‘Oh’, maar er kwam niets uit. “Peter. Peter Tabbit. Hij is je …. Agent,” zei ze. Agent? Wat voor agent? Wat moest ik met een agent? Lizzie had me nog een boel te vertellen. Maar op dit moment had ik écht geen behoefte aan lange verhalen, daar was het te druk voor in mijn hoofd. Ik had meer behoefte aan - “Koffie!” Peter kwam de kamer opnieuw binnen lopen en plaatste een dienblad met een kop koffie, suiker en melk op een tafeltje naast mijn bed. Ah, net waar ik zin in had. Ik gaf hem een dankbaar knikje plus glimlach en reikte naar mijn bakkie. Het was zo vreemd, het leek alsof de helft van mijn herinneringen weg was en de andere helft gebleven. Want ik herinnerde me toch echt wat koffie was, en ik wist meteen dat ik er graag een beetje melk in deed. Met een lepeltje roerde ik wat, soms raakte ik de wanden van het kopje en klonk er een getik dat de stilte deed doorbreken. Ik dacht aan wat Lizzie vroeg; zag je iets. Hoe wist ze dat ik iets zag? Ze wist van alles over mij dat ik zelf niet wist, dat voelde verkeerd. “Ga maar weer slapen. Je hebt veel rust nodig. Wij gaan wel even, toch, Tabbit?” Het enige wat de agent deed was knikken, met een strenge blik. Een zeer typische man. Terwijl ik mijn koffie naar binnen werkte verlieten de twee eindelijk de kamer. Zodra Lizzie de deur achter zich dichtgooide, trok ik de lakens van me af en stapte uit bed. Een korte duizeling, maar het voelde goed om te staan. Ik had zo’n ontzettende koppijn, dat kwam waarschijnlijk door alle vragen die nog lang niet beantwoordt zouden worden. Ik liep naar een houten kast die tegen de muur stond, trok de deuren open, er lagen stapels kleding op de planken, een zoete geur drong mijn neus binnen, sterk wasmiddel.
FIVE SENSES
Blz. 1
Spoiler:
Tik… Tik… Tiktik… Met mijn hand sloeg ik langs mijn gezicht om het tikken te stoppen, nog steeds in een lichte slaap. “Imogen?” klonk een jongensstem. De roeping van mijn naam beantwoorde ik met een geërgerde kreun. Het tikken stopte, ik ontspande mijn gezicht. Er was een zacht geschuifel van voeten over de grond en daarna belandde ik opnieuw in een droom.
De struiken maakten een ritselend geluid terwijl ik me als een speer door het gebied verplaatste. Heel licht raakten mijn voeten de grond, als een jong hertje schoot ik langs de bomen heen. Druppels zweet verzamelden op mijn voorhoofd; ik had het behoorlijk warm, maar dat kwam niet alleen door mijn bewegingen. Het kwam door de spanning. Hoe kon ik ook zo stom zijn om mijn broertje weg te laten glippen? Ik wist wel dat het kwam door mijn vermoeidheid, waardoor ik het niet door had gehad, maar aan die onmacht wou ik niet toegeven. En Phil, die dacht dat hij wel oud genoeg was om zelf opzoek te gaan naar eten, omdat hij maar drie jaar jonger was. Zachtjes fluisterde ik zijn naam, bang dat de verkeerde personen het zouden horen. Zoals de Zintuigdieven. Na een kwartier sprinten vertraagde ik uitgeput haar pas. Hij kon nooit ver zijn, daarvoor was te weinig tijd en hij zou nooit van onze route afdwalen. Ik haalde diep adem en probeerde mezelf te kalmeren, dat lukte redelijk. Blijf helder. Zelfbeheersing, daar stond ik bekend om. Wanhopig gedrag ging me niet helpen om Phil terug te vinden. Ik had gelijk, na een tijdje door te wandelen trof ik hem eindelijk aan, voorbij een groepje struiken, op een open veld. Er stond een volwassen vrouw naast hem met rode krullen en hele lange, dunne benen. Ze droeg een felgeel jurkje en hield iets in haar hand waar Phil vol bewondering naar keek. Verward sprintte ik naar hen toe, ging tegenover hen staan en keek hen één voor één vragend aan. “Phil, wat denk je dat je aan het doen bent?” vroeg ik kwaad, negeerde de vrouw die mij een verwarde blik als antwoord gaf. “Ik liet hem wat bessen zien,” drong de ginger aan. “Ze groeien naast mijn huisje verderop, ik dacht dat hij wel wat eten kon gebruiken.” Mijn blik gleed naar het magere figuur van mijn broer, daarna weer naar de vrouw. Phil ging tussen mij en de vrouw in staan en fronste naar me. “Im, ik ben bijna zestien! Ik ben minstens net zo verantwoordelijk als jij en als er problemen zijn zal ik direct terugkomen. Je hoeft niet gelijk in paniek te raken als ik even weg ben!” Ik opende mijn mond om te protesteren maar hij liet het niet toe. “Daarnaast, het leek erop dat je niet gestoord wou worden in je slaap.” Toen verscheen er een gemene grijns op zijn gezicht. Ik zuchtte, vanuit irritatie maar ook vanuit opluchting. Misschien had hij ergens wel een punt, maar ik was altijd zijn beschermende engel geweest en dat gevoel zou ik nooit kwijtraken. Phil was de enige die ik had. De enige persoon die ik echt kende, waar ik mee praatte, naast mijn enige familie ook mijn enige vriend.
Blz. 2
Spoiler:
Nog niet helemaal overtuigd keerde ik me weer richting de vrouw. Aarzelend stak ik mijn hand uit, de vrouw leek te ontspannen en pakte mijn hand beet. Meteen voelde ik de warme prikkels door mijn vingers stromen. Beelden vormden zich in mijn hoofd. Ik werd een beetje duizelig, maar probeerde me op de beelden te focussen. Kom op, hier had ik op geoefend. “Ik ben Imogen,” zei ik simpel. Ik bleef de hand van de vrouw schudden tot ik alle gevoelens geplaatst had en uiteindelijk vertelde haar handdruk mij dat ze te vertrouwen was. Met een schok liet ik haar hand los, die duidelijk ook voor haar te voelen was. Verbijsterd deed ze een stap achteruit. “Hanna…” stelde ze zich voor, verward. “Jij heb ook zintuigkrachten… Met je handen-” Die zin liet ik haar niet afmaken. “Klopt. Gevoelszintuig. Aangenaam.”
Mijn naam moest bekend zijn. Ik was voortvluchtige voor de Bovenmacht. Dat was een ingewikkeld verhaal… Hier in Aeona, een groot land omringt door alleen maar oceaan, is lang geleden een genetisch wonder gebeurd. Sommige mensen werden geboren met een soort superzintuig; één van hun vijf zintuigen was extreem ver ontwikkeld. Bij ieder zintuig hoorden verschillende mogelijkheden. Het is erfelijk. Ik ben geboren met een sterk Gevoelszintuig, waarschijnlijk geërfd van mijn vader. De superzintuigen komen niet erg veel voor, maar van de gevallen komt een sterk Gevoelszintuig het meest voor. Mijn broertje, Philip, heeft geen speciale zintuigen - wat logisch is, want vaak kan zo’n zintuig maar één keer worden doorgegeven. Verder heb je het Gehoorzintuig, Reukzintuig, Proefzintuig, Zichtzintuig… Ik ben al jaren op de vlucht. Niet omdat ik bang ben voor de Zintuigdieven. Ik ben bang voor de eenheid waar de Zintuigdieven voor werken; de Bovenmacht. De “regering” van Aeona, die onze eerdere koning met geweld hebben afgezet. Wie er precies aan de leiding staat, weet niemand. Ze hebben niet echt een duidelijke identiteit, en dat maakt ze alleen maar angstaanjagender. De Bovenmacht heeft een machine uitgevonden, een apparaatje. Het verbindt het hart van de één met het hart van de ander en kan de zintuigkrachten als het ware “stelen”. De Zintuigdieven hebben alle vijf superzintuigen en zijn daarom bijna onverslaanbaar. Na dat ze het zintuig van een ander hebben gesloten, veranderen ze helemaal, word gezegd. Alle Zintuigdieven lijken op elkaar, niet alleen door hetzelfde pak dat ze dragen, maar ook door hun binnenkant. Ze zijn allemaal veranderd in koude en gevoelloze verschijningen, levend voor niets anders dan de wil van de Bovenmacht. De Bovenmacht zit achter me aan vanwege een misdaad van mijn vader. Ze stellen me verantwoordelijk voor wat hij gedaan heeft. Ik heb geen idee wat voor misdaad hij heeft geplaagd, maar het was iets groots. Ik ben kwaad op mijn vader omdat ik en Phil door hem dit leven moet leiden. Dat hij me aan mijn lot heeft overgelaten, ik weet niet eens of hij nog leeft en waar hij is. Ergens is een gevoel van trots, omdat hij iets heeft gedaan dat de Bovenmacht niet wou. Ik hoop een daad van verzet, dan is zijn laatste restje eer gespaard. Maar ik wil er niets mee te maken hebben. Niets met mijn vader, niets met de Bovenmacht, niets met de rest van Aeona, niets met anderen behalve Phil. En dus ook niet met Hanna.
TIPS > COMMENTS > VERY VERY WELCOME! Als je wil dat ik meer bladzijdes toevoeg, hoor ik het graag!
Yana Brown 1ste Jaars
Posts : 105
Wizard ID Leeftijd: 15 Partner: Nop Bekwaamheid: Zwarte Kunsten
Onderwerp: Re: Nadien's verhalentopic wo jul 18, 2012 7:25 am