Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Summary
;; 22 Years Later Het is 22 jaar geleden sinds Harry, Ron en Hermelien op Zweinstein hebben gezeten. De rust is wedergekeerd in de Toverwereld, Zweinstein heeft een nieuw Schoolhoofd, op het Ministerie is een nieuwe Minister van Toverkunst aangesteld en alles gaat van zijn leien dakje.
De kinderen van de oude-leerlingen van Zweinstein gaan nu naar de Magische school toe. Zoals gewoonlijk is er rivaliteit tussen Griffoendor en Zwadderich, zal er weer genoeg Zwerkbal gespeeld worden en zullen weer nieuwe geheimen van het kasteel worden ontdekt.
Het Seizoen
We mogen met trots meedelen dat de eerste sneeuw gevallen is! Ook de koude heeft toegeslagen.
De directie wenst u nog een prettige dag verder.
Wizard ID Leeftijd: 17 Partner: Lone wolves don't need packs. Bekwaamheid: VTDZK
Onderwerp: Comtemplating (Open) do jul 05, 2012 4:23 am
Ja, hij overtrad zonder meer de regels, maar nee, op dit moment kon het hem weinig schelen. Hij was ongezien in dit lege lokaal terechtgekomen dat nog openstond, wat op zich nog een wonder was aangezien Riot nooit goed was geweest in stiekem doen. Het was laat, een uur of een 's nacht, en buiten raasde noodweer rond het kasteel. Who gave a fuck. Riot droeg gewone, goedzittende dreuzelkleren; toch niemand die het nu zag of zich er druk om kon maken, en hijzelf zeker niet. Hij liep naar het raam. Hij pakte zijn toverstok en mompelde met schorre stem 'alohomora', waarna hij het raam openduwde en naar buiten leunde. Het koele regenwater in zijn gelaat deed wonderen en hij sloot zijn ogen, compleet vergetend op zijn hoede te zijn. Hij was eerder die nacht wakker geschrokken uit een nachtmerrie. Hoewel ze steeds minder en minder werden, bleven ze met zijn geest rotzooien zo nu en dan, een psyche die in zeker zin beschadigd te noemen was. Sommigen zeiden dat hij gewoon moest leren hulp te accepteren en zich open te stellen, volgens andere was hij gewoon niet meer te redden. Dat laatste zou het wel zijn. Naast het raam liep er een straaltje water van de dakrand naar beneden en Riot hield er in een opwelling zijn pols onder, zodat zijn hartslag aangenaam vertraagd zou worden. Zijn geest zat nog vol met de beelden die zijn onderbewuste hem voor had geschoteld en hij wenste dat het gewoon weg zouden gaan. Hij wilde niet zwak zijn, verdomme, of kwetsbaar. Hij hoorde niet te dromen over dat soort shit; hij hoorde het achter zich te laten, moest sterk zijn. Hij balde onbewust zijn vuisten en keek naar de donkere lucht. Bliksem flitste langs de hemel, zijn gelaat kort verlichtend. Even zag hij daardoor niets, maar zijn ogen wenden al vlug weer aan het duister. Als hij eerlijk moest zijn wist hij nu, in zijn zevende jaar, eigenlijk nog steeds niet goed wat hij wilde. Goed, in deze.. wereld had hij meer kansen dan in de dreuzelwereld, maar kon hij die echt zo achter zich laten? Hij was zoveel mensen nog iets verschuldigd, hoe graag hij zichzelf ook voorhield dat dat niet zo was. Maar toch.. Een leven in de toverwereld was iets wat het meest weg had van een droom. Het zou betekenen dat hij niet meer paranoïde hoefde te zijn, al wist hij ook wel dat hij dat in de praktijk altijd zou blijven, hij zou een nieuw bestaan op kunnen bouwen, zonder bekend te staan als tuig en uitschot en misschien, heel misschien zou hij zelfs kunnen proberen echt blind op iemand te vertrouwen. Hij schudde zijn hoofd. Regenwater drupte van zijn kin. Alsof hij ooit in een normale samenleving zou kunnen integreren, magisch of niet. Zijn lichte haar kleefde aan zijn gelaat terwijl hij opnieuw opkeek, hopend de sterren te kunnen zien. Hij gaf het niet graag toe, maar hij twijfelde, meer dan ooit tevoren. Hij ontkende het graag, maar de waarheid was dat hij doodsbang was mensen toe te laten, hij durfde zich niet kwetsbaar op te stellen, durfde niet onder te doen voor de eisen die hij aan zichzelf stelde. Hij vloekte, even vergetend waar hij was. Toen keek hij weer om zich heen, het lege lokaal rond. Of.. leeg? Hij fronste, menend zojuist iemand te hebben gezien. Hij vloekte opnieuw, zachtjes ditmaal. Hij had het verdomme kunnen weten; hij was veel te roekeloos geweest. "Wie is daar?" vroeg hij, stug en kortaf. De gedachte dat iemand hem zo had gezien, kwetsbaar en onzeker, was vreselijk. Het was altijd al iets geweest dat op de loer lag, als vooral zijn social skills op de proef werden gesteld. Als hij thuis was en vooral moest zien te overleven had hij er geen last van, onzekerheid. Dan wist hij wat hij moest doen, waar hij aan toe was en wist hij dat hij met een gerust hart de pest aan zijn hele buurt kon hebben, op een enkeling na, want het was toch wel wederzijds. Hier op Zweinstein lag het zo oneindig veel ingewikkelder.
Alexis Austin Dreuzel
Posts : 50
Wizard ID Leeftijd: 16 Partner: I'm feeling sexy and free. Bekwaamheid: Verzorging van Fabeldieren
Onderwerp: Re: Comtemplating (Open) do jul 26, 2012 11:06 am
Met een zucht draaide ze zich om in haar bed om de deken verder over zich heen te trekken. De winter was zo koud. Het was wel mooi, maar toch zo koud. Alleen aan haar benen voelde ze de kou niet snel. Dat kwam waarschijnlijk omdat ze vroeger een uniform moesten dragen, wat bestond uit een rokje en bovenkleding naar keuze in de kleuren van de school. Er was maar één maand waarbij ze een broek mochten dragen. Nu waren het gelukkig niet die rokjes. Maar in een lange broek slapen ging haar dus echt niet meer lukken. Dat was veel te warm voor haar. Ze begroef haar hoofd in het kussen en zuchtte nogmaals. Ze werd vaak wakker in de nacht, meestal omdat haar deken van haar aflag en ze het koud had in de winter. In de zomer was het dan weer omdat ze het te warm had. Ze draaide zich weer om en ging recht zitten. Ze kon niet meer slapen. Het was zo moeilijk om weer in slaap te vallen als je wakker was geworden. Behalve in de ochtend, als je op moest staan. Even wreef ze door haar ogen, om de deken dan maar van zich af te slaan en een vest te pakken. Even rondwandelen maakte niet uit. Ze zou wel weer op tijd haar bed in gaan. Ze deed haar haren in een losse staart en deed wollen sokken aan. Haar maakte het niet veel uit als iemand haar zo zag, ze was niet zo bang voor negatieve gedachtes van andere mensen. Als die mensen slecht over haar wouden denken dan moesten ze dat maar doen. Ze aaide Aria even over haar kopje toen de kitten miauwde. ‘Ik kom zo terug.’ Zei ze, en ze keek nog heel even naar de kitten die liefjes op het uiteinde van haar bed lag te slapen. Ze liep verder met haar armen over elkaar geslagen, nog dof omdat ze moe was. Ze was van plan om zo snel weer terug naar bed te gaan. Gewoon even een rondje wandelen. Dat deed haar meestal wel goed. Ze gaapte eens en rekte zich uit terwijl ze verder liep. Even vergat ze dat er ook nog geesten waren. De eerste keer was ze meteen betrapt doordat een geest begon te jammeren. Ze beet op haar lip, hopend dat ze niet gezien was. Ze deed dit soort dingen namelijk vaker. Anders kon ze niet meer in slaap komen.
Ze was inmiddels wel zo slim geweest om sokken aan te doen in plaats van schoenen. Nu was ze bijna niet te horen. Ze liep voorbij enkele lokalen maar liep meteen een stukje terug toen ze merkte dat er een deur openstond. Normaal waren ze allemaal gesloten. Hmm, dan moest er vast iemand wijn. Ze keek naar binnen, geen leraar te zien, maar wel een jongen. Ze had hem nog nooit gezien hier. Ze lette ook niet zo super veel op ander mensen en daarbij was ze niet goed in gezichten onthouden. Hij hing een beetje uit het raam, wou hij douchen of zo? Het was koud buiten en onweerde enorm hard. Een rilling kroop over haar rug toen de koude haar bereikte. De jongen zag er een beetje onzeker uit. Kwetsbaar, of hoe je het ook moest omschrijven. Het was best.. schattig. Ja, ze vond het schattig of lief als jongen zo deden. Dat liet zien dat ze niet alleen stoer konden doen. De jongen vloekte en keek even rond zich. Waarschijnlijk was hij erg diep in gedachten geweest. Ze vroeg zich af waar hij over nadacht. Opnieuw vloekte de jongen. Ze vond het beeld van toen net leuker, omdat het er ergens lief uitzag. ‘Wie is daar?’ klonk het. Het was precies wat je je zou voorstellen bij de houding van de jongen zoals hij nu was. Maar niet zoals het nog 10 seconden geleden was. Ze liep het lokaal binnen en stak haar hand nonchalant op. ‘Hoe ben je dit lokaal binnen gekomen?’ vroeg ze toen. Ze zou hem niet gaan confronteren met hoe hij zich toen net gedroeg. Dat zou hij niet op prijs stellen dacht ze zo. ‘Is het trouwens niet wat te koud zo met het raam open?’ vroeg ze. Of was de jongen eigenlijk een vuurtje of zo. Ugh. Het was avond en dan begon ze onzinnige dingen te denken. Zo raar was het niet als je het niet altijd super koud had in de winter. Zij liep namelijk ook rond in haar shortje zonder koude benen te hebben. Hoewel ze het wel koud had aan haar armen, ook al had ze het vest aan. Ze ging op een van de tafels zitten en keek even achter zich naar de deur die open stond. Ze had de hele tijd iets zachter gepraat dan normaal. ‘Die geesten verlinken je graag by the way, dus zolang je door hen niet gezien word zit je goed.’ Zei ze nog. Waarschijnlijk had de jongen het zelf wel kunnen uitvogelen, of niet. Maar, ze zou hier waarschijnlijk zo toch weg gaan. Want als ze te lang ging praten dan ging ze te laat haar bed in, en ze had morgen gewoon les. Nog een keer slaap inhalen tijdens Geschiedenis van de Toverkunst zou niet zo geweldig zijn.
:: Als het mag, de post is wat vaagjes, sorry. --' ::
Riot Masquerade Dreuzel
Posts : 98
Wizard ID Leeftijd: 17 Partner: Lone wolves don't need packs. Bekwaamheid: VTDZK
Onderwerp: Re: Comtemplating (Open) zo sep 16, 2012 4:29 am
Scherp volgden zijn ogen het meisje dat het lokaal binnengelopen kwam. Zijn ogen vernauwden zich toen ze haar hand opstak. Wat wilde ze van hem? "Hoe ben je dit lokaal binnen gekomen?" Deed dat ertoe? Riot haalde stug zijn schouders op. "De deur stond open," zei hij. Waarom het nog open had gestaan wist hij niet en het boeide hem eigenlijk ook niet echt. Hij nam het meisje kort op. Had ze hem on de gaten gehouden? Wat had ze gezien? Hij voelde zich zeer slecht op zijn gemak en ergens ook betrapt, al had dat er niets mee te maken dat hij de regels overtrad. Het was meer dat hij gewoon niet wilde dat men zijn kwetsbare kant zag; die onderdrukte hij immers niet voor niets zoveel mogelijk. Het meisje vroeg hem of het niet te koud was en opnieuw haalde hij zijn schouders op, zich nog steeds afvragend wat haar intenties precies waren en wat ze van hem moest. "Valt mee," mompelde hij. Hij hield voor zich dat hij de kou kalmerend vond werken; dat soort opmerkingen hadden de gewoonte vragen op te roepen en vragen die persoonlijk waren vermeed hij eigenlijk liever, als het even kon. Hij volgde haar met zijn ogen toen ze op de tafel ging zitten. Hij was een wantrouwig iemand, wat zijn oorsprong had gevonden in zijn jeugd, omdat de plek waar hij was opgegroeid gewoon ronduit gevaarlijk was geweest en hij al snel had geleerd dat zelfs de sympathiekst ogende lui je makkelijk konden verraden, zelfs al wilden ze het niet. Dus zorgde hij er maar zoveel mogelijk voor dat hij op zichzelf was, dat was het veiligst. Er waren wel mensen die hij vertrouwde, maar die waren op een hand te tellen. Hij hoorde wat het meisje zei. Geesten? Oh ja, die krengen waren er ook nog. Hij sprak er zelden mee. Wat hem betrof waren ze weinig anders dan levenden; ze konden je even makkelijk of zelfs makkelijker verraden en oordeelden vermoedelijk even snel. "Ik zal m'n ogen openhouden, dank je," zei hij stug. Hij had wel eens eerder meegemaakt dat een geest iemand verlinkte, al was het hemzelf zelden overkomen. Hij wilde zich net afzetten van de vensterbank en de ruimte verlaten toen, alsof ze het over de duivel hadden, de geest van een magere man in negentiende eeuwse kleren door de muur gezweeft kwam. De grotendeels transparante verschijning bleef voor de deuropening stilstaan en keek met een minieme glimlach van de een naar de ander. Riot's ogen vernauwden zich. Ging die kerel hen verlinken of...? "Dus, wat brengt dit jonge tweetal hier?" vroeg de geestverschijning met een lage stem die Riot niet direct achter een dergelijk tenger figuur zou hebben gezocht. "Luchtje scheppen," antwoordde Riot op onverschillige toon. Geest of levende; deze kerel hoefde wat hem betrof ook niet meer details te weten. "Een luchtje scheppen.." herhaalde de geest met onverholen scepsis waarmee hij Riot's bloed vrijwel direct deed koken. "En de jongedame?" vroeg de geest, zich tot Alexis wendend alsof er niets aan de hand was. Onbewust defensief sloeg Riot zijn armen over elkaar, zich voorbereidend op mogelijk uitgehoord of verraden te worden zometeen. Hij wierp een korte blik op Alexis en vroeg zich af wat zij zou antwoorden.