Met snelle passen verplaatste een zeer klein figuurtje zich door de gangen van Zweinstein. Ze had zo net een stinkbom laten afgaan in de kerkers, wat eigenlijk in eerste instantie helemaal niet haar intentie was. Met een kinderlijke glimlach rond haar lippen werd ze op de voet gevolgd door een verfomfaaide, asgrauwe kat met een platte snoet. Zijn vacht zat erg in de klit en zijn oranje ogen volgde zijn, nu inmiddels rennende, eigenaar met een soort kritische blik alsof hij het niet goedkeurde wat ze deed. Vluchtig dook Ariana achter een standbeeld en tuurde voorzichtig om de hoek. Twee woedende Zwadderaars rende straal langs haar, wat haar vreselijk amuseerde. “Zie je nu wel, Krant, doe niet zo oud ik kom er áltijd mee weg” Murmelde ze tegen de rossige kater die haar hooghartig aan keek. “Kijk niet zo” Gromde Ariana, die nu achter het standbeeld tevoorschijn kwam en om zich heen keek of niemand haar gezien had. Afgezien van haar en Krant was de gang leeg. Ze gooide haar oranje haren in haar nek en zette koers naar buiten, een asgrauwe wolk hing over het terrein van Zweinstein. Er was bijna niemand buiten, waardoor Aria zich vreselijk alleen voelde. Ergens voelde ze de aandrang om naar de bibliotheek te gaan maar laatst was ze er op staande voet uitgezet omdat Krant mee naar binnen was gekomen. Ze was bekogeld door lege (en volle) inktpotten en oude boeken door de bibliothecaresse. Sinds dien kwam ze er veel minder dan gewild. Ze hield van lezen, alles met lettertjes, boeken. Haar schooltas bezweek bijna onder het gewicht van de boeken die er in zaten, en dan waren het niet alleen schoolboeken. Met haar zware boekentas over haar schouder, liep ze zonder het te beseffen richting het meer. Op veilige afstand van de waterkant, zakte ze tegen een boom neer en gooide haar tas op de grond. Krant kwam spinnend op haar af lopen en kroop letterlijk ín de tas. Aria groef een tijdje onder Krant door tot ze een dik exemplaar vond en hem er uit haalde. ‘Draken. Vriend of Vijand’. Ze sloeg het boek open ergens in het midden en begon met lezen. Totaal in gedachten verzonken, fantaseerde ze hoe ze op de rug van een draak zat, welke draak dan ook, het idee om met zo’n machtig, magisch wezen te vliegen had haar altijd al geïntrigeerd. Vorige zomer had haar vader haar meegenomen naar Roemenië om draken te gaan spotten, eentje was geland op vijftien meter van hun af. Ze had met een magische foto camera enkele foto’s gemaakt en die hingen nu in een rijtje op haar kamer, eentje had ze meegenomen en die lag nu in het laatje van haar nachtkastje. Aria sloot haar ogen even en luisterde naar de totale stilte, die alleen werd verbroken door de geluiden van de natuur of het krassen van een uil. Ze miste Forks, ze miste de landschappen, ze miste de stilte ..